“Geef wijkverpleegkundige meer ruimte en vertrouwen”

Levendige gespreksavond over de toekomst van werken in de zorg

Anderhalf jaar heeft ze nog te gaan, de 23-jarige Maja, student verpleegkunde aan het Doetinchemse Graafschap College. Haar droom? Stage lopen in het ziekenhuis en daarna een baan op de spoedeisende hulp. Onbereikbaar, vertelt ze, vanwege het tekort aan stageplaatsen. Ook lijkt haar MBO-diploma gaandeweg minder waard te worden. In de zorg zijn steeds minder banen en die er nog zijn, gaan vooral naar HBO-ers. Wat is Maja’s toekomst in de zorg?

Toekomst
De moeite die Maja en haar studiegenoot Romee hebben om een stageplaats te bemachtigen, maakt indruk tijdens de gespreksavond over de staat en de toekomst van de zorg. Op uitnodiging van de Doetinchemse PvdA gaan studenten, wijkverpleegkundigen, zorgaanbieders en beleidsmakers op deze avond daarover met elkaar in gesprek. De centrale vraag: hoe houden we de kwaliteit van zorg hoog en het werken in de zorg leuk?

Completer
De zorg verandert sinds januari. Dat kan niemand ontgaan. In het dagelijkse werk van de drie wijkverpleegkundigen van Sensire en Buurtzorg DTC zijn die veranderingen goed merkbaar. Hun werk is er interessanter op geworden: “Sinds januari mogen we een complete anamnese doen. Dat wil zeggen dat we de cliënt veel breder beeld in beeld brengen, door allerlei vragen te stellen. Niet alleen over hun ziekte, maar ook over mantelzorg, zaken als hun geloof, het omgaan met hun ziekte. Dát is het vak waar we voor geleerd hebben”, vertelt Vanessa Schroer, wijkverpleegkundige van Sensire enthousiast.

Maar zorgen zijn er ook over de nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld over ouderen die langer thuis moeten blijven wonen. En zorgen zijn er over hun mantelzorgers, voor wie vaak geldt ‘tot de dood ons scheidt’. Ook merken ze veel onrust onder cliënten, die niet meer snappen bij welke instantie ze moeten aankloppen voor hulp.

Grijs gebied
Zelf weten de wijkverpleegkundigen ook nog niet precies wie nu wat doet in de wijk: “Het is nog een grijs gebied wat de taken van de wijkverpleegkundigen en de buurtcoaches zijn. De wijkverpleegkundige geeft de medische verzorging en let erop of de cliënt goed eet en een dagritme heeft. Maar wie neemt de cliënt ook eens mee naar buiten voor een wandeling? Dat mogen wij niet doen, maar zouden dat wel willen. Komt daar de buurtcoach om de hoek kijken?”, vraagt wijkverpleegkundige Ilona van Kooten van Buurtzorg DTC zich af.

Meer bureaucratie
De zorg dichterbij mensen brengen, dat is waar het de overheid en gemeenten uiteindelijk om te doen is. Dichterbij en eenvoudiger maken. Vooralsnog blijkt de bureaucratie een enorm obstakel. Vanessa Schroer: “De insteek was dat er minder bureaucratie en registratie zou komen, maar het tegendeel is helaas waar. Heel Nederland kijkt juist mee hoe we het doen.”

Studenten Romee en Maja

Cijfermanie
Directeur van thuiszorgorganisatie TSN, Zion Jongstra, en Maarten van Rixtel, bestuurder van Sensire, erkennen dit probleem volledig. Zorgverzekeraars vragen steeds meer gegevens, zorgplannen moeten elke drie maanden worden herzien. Dat komt niet direct ten goede van de klant. De cijfermanie legt extra druk op de zorg. Van Rixtel: “Ik pleit er voor om de bureaucratie bij de wijkverpleegkundigen weg te houden en ze twee jaar de tijd te geven om de samenwerking in de wijk te vinden.”

Op het gebied van de samenwerking liggen ook de kansen voor wijkverpleegkundigen en de buurtteams. Negen maanden na de transitie blijkt daar nog een wereld te winnen. “Ik heb het gevoel dat we concurrenten van elkaar zijn”, zegt Vanessa Schroer. Wijkverpleegkundige Hildewine Cupures van Buurtzorg DTC: “De buurtcoach en ik hadden samen een plan afgestemd. Maar zij gaf toe dat ze niets wist van gezondheid. We moeten elkaar echt nog leren kennen.” Haar collega, Ilona van Kooten, neemt het op voor de buurtteams: “De buurtcoaches komen in zoveel nieuwe situaties. Ga er maar aan staan, je moet ook je pakketje met antwoorden maar klaar hebben.”

Vertrouwen geven
Kansen liggen er ook bij mensen die nu langer thuis blijven wonen. Vooral op het gebied van preventie. Vanessa Schroer komt met een mooi voorbeeld uit de praktijk: “Een vrouw die aan initiatiefloosheid lijdt, lukt het niet om zichzelf te wassen, terwijl ze het lichamelijk wel zelf kan. Als we er iemand naast zetten, die precies zegt wat ze moet doen, kan ze zichzelf wel wassen. Daarmee ben je preventief bezig, want dit bevordert de doorbloeding, ze beweegt meer, kan daardoor overdag door het huis scharrelen. Allemaal dingen die helpen om een heupfractuur te voorkomen.”

TSN en Sensire erkennen dat de wijkverpleegkundigen zelf de meest effectieve vormen van zorg kunnen bedenken om mensen zolang mogelijk thuis te laten wonen. Dat past niet altijd in de ingewikkelde doelmatigheidstoets van de zorgverzekeraar. Sensire-bestuurder Maarten van Rixtel: “Geef die vrouw die washand, sta ernaast. In de kern moet het gaan over vertrouwen. Durven we de professionals het vertrouwen te geven om de juiste zorg te geven?”

Aanwezig Tweede Kamerlid John Kerstens (PvdA) voegt er een positief geluid aan toe: “In de gesprekken die ik in het land voer, hoor ik dat professionals allang niet meer bezig zijn met dat het niet kan, maar hoe het wel kan.”

Mensen voorop
Wat is er aan de toenemende regelzucht te doen? TSN-directeur Jongstra: “De hoofdvraag moet zijn: wat heeft de cliënt nodig? We hebben alles opgeknipt in producten, van welzijn tot huishoudelijke hulp, wijkverpleegkunde, hulp bij administratie. Zolang we dat niet loslaten, wordt het heel lastig.” Gespreksleider Jan Bart Wilschut vat het kernachtig samen: “Denken in mensen in plaats van producten.”

Wat neemt Tweede Kamerlid John Kerstens mee terug naar de staatssecretaris in Den Haag? Een emotionele brief van bijna 85-jarige inwoner van Bronckhorst, het advies om de professionals meer ruimte te geven, en de roep om meer stageplekken.

Terug naar Maja. Spannend, vond ze het om hier vanavond namens haar medestudenten te zijn. Ze verlaat de zaal met een uitnodiging op zak voor een bezoek aan de Tweede Kamer. “Dat er vanuit Den Haag meer gedaan kan worden aan de stages, wist ik niet. Dit Kamerlid zit toch dichterbij de pot met geld. Misschien dat het nog iets oplevert”, vertelt ze hoopvol. Hoe dan ook, van haar droombaan in de zorg laat Maja zich door niets of niemand afbrengen.

Foto’s: Mirjam Hulshof, Martijn Raufeisen.


MEER LEZEN?
Meer artikelen over de zorg lezen? Kijk bij mijn serie ‘Het Keukentafelgesprek’, om te weten hoe het er echt aan de keukentafel aan toe gaat.